Martin de Ruijter
Ze staan altijd in de schaduw van de zwemprestaties. De schimmen achter het startblok, de controlerende ogen aan de badrand. Altijd neutraal, zowel bij de tranen als bij de triomfen. In deze serie zet Keerpunt de schijnwerper op de Witte Brigade van de zwemsport: de officials. Met deze keer: Martin de Ruijter.
Bij de NJJK in Eindhoven stond hij uiteraard weer aan de badrand, stopwatch in de hand. Martin de Ruijter is – zeker beneden de grote rivieren – een vaste waarde in het zwembad. Van Vlissingen tot Maastricht, al meer dan 25 jaar ziet hij toe op de prestaties van zowel de jongste zwemmertjes als de absolute zwemelite. “Zwemmers als Pieter van den Hoogenband en Ian Thorpe heb ik nog mogen meemaken. En vandaag de dag sta ik bij zwemsters als Femke en Ranomi aan het bad. Ik heb diep respect voor mensen die zo hard trainen om zulke prestaties te laten zien. Dat geeft ook mij als jurylid een kick.”
Ereronde
Het jurywerk, daar is hij “gewoon in gegroeid”, verklaart Martin. “Je kan wel van bovenop de tribune schreeuwen, maar je stimuleert je kinderen meer wanneer je aan de badrand staat. Je ziet de verschillende zwemtechnieken, hoe ze de keerpunten maken. Pas dan leer je de zwemsport snappen en raak je er als ouder echt bij betrokken.”
En betrokken is ‘ie altijd al geweest. “Mensen interesseren me heel erg veel”, legt hij uit. “Ook in de negenenveertig jaar dat ik voor de provincie Noord-Brabant werkte, heb ik me altijd heel dienstbaar opgesteld.” Binnen het wedstrijdzwemmen is dat net zo. 1, 2, 3, J, K, O: Martin heeft alle jurypapieren op zak. Alle juryfuncties vervult hij, zowel in het wedstrijdbad als bij het openwaterzwemmen. “Maar scheidsrechter zijn, dat vind ik toch het leukste”, vertelt hij. “Ik vind het heel fijn om mensen aan te sturen en ze te motiveren. En als scheidsrechter kan je echt iets doen aan teambuilding met de andere juryleden. In Brabant lopen we dan ook als jury na de wedstrijd altijd een soort ereronde rond het bad, om het publiek te bedanken.”
Warm hart
“Ik vind zwemmen geweldig”, Martin zegt het meerdere keren in het gesprek. Als zwemliefhebber vindt hij in elk type zwemwedstrijd wel iets van zijn passie. Zoals bij de NK’s, waar de belangen groot zijn: “Daar wordt heel veel van de kinderen gevraagd. Eindig je daar als tweede, dan is dat voor de ene een prestatie. Een ander is dan helemaal over de pis.” Maar meer nog dan die topzwemmers in de dop heeft hij een warm hart voor de nieuwkomers in het wedstrijdzwemmen. “Als je ziet hoe blij die kinderen kunnen zijn als ze een paar seconden van hun tijd af zwemmen, dat pure zwemplezier: daar doe ik het voor.”
Gevraagd naar zijn mooiste wedstrijd als jurylid, hoeft hij niet lang na te denken: de IPC Wereldkampioenschappen van 2010 in Eindhoven (tegenwoordig het WK Parazwemmen – red.). “Daar zag ik een Mexicaan met slechts één voet”, vertelt Martin. “En hoe die man zwóm, ongelofelijk. In die week in Eindhoven heb ik zoveel respect gekregen voor zwemmers met een beperking. Heel goed dan ook dat de KNZB het parazwemmen steeds meer integreert in het gewone zwemmen.
Grenzen
Als jurylid heeft Martin jaren aan reglementskennis en ervaring aan de badrand. Toch leunt hij niet zelfgenoegzaam achterover. “Ik sta niet aan de badrand met een houding van: ik weet het allemaal wel. Nee, ik duik nog regelmatig de boeken in en zorg dat ik bijblijf. De zwemreglementen vind ik interessante materie.”
Toch stuit ook hij soms op de grenzen van zijn reglementskennis. Zoals die keer bij de Brabantse Kampioenschappen. Een estafetteploeg nam te vroeg over met behulp van de destijds nieuwe stapstart vanachter de wig op het startblok. Vonden de twee kamprechters, de klokker en Martin als scheidsrechter. De trainer van de ploeg maakte bezwaar: het was reglementair juist, alleen het elektronische startblok registreerde een te vroege overname.
“Wij diskwalificeerden de estafetteploeg, maar na het toernooi bleek dat de fout wel degelijk in het elektronische startblok zat”, herinnert Martin zich. “Daarvoor heb ik ook de trainer en de zwemploeg mijn excuses aangeboden. We proberen met zijn allen de zwemsport naar een hoger niveau te tillen. Maar we zijn ook allemaal mensen. En die maken fouten. Als scheidsrechter moet je niet voor zoiets weglopen. Sta dan ook altijd open voor de feedback van anderen, inclusief die van trainers en zwemmers.”
Grijze haren
Die wijze les geeft hij ook mee aan de scheidsrechter die Martin dit seizoen nog opleidt. “Een hele goede”, fluistert hij. Zijn laatste, maakt hij duidelijk. “Nu mogen de jongere mensen het voor hun rekening nemen.” Daar raakt hij tegelijkertijd ook een gevoelige snaar. De jongere garde laat het in zijn ogen een beetje afweten. “Bij de NJJK zag ik toch wel weer erg veel grijze haren om het bad.” Hij begrijpt het ook wel. In zijn jeugd viel op sportgebied weinig te kiezen. “Voetbal of zwemmen, dat was het wel zo’n beetje toen ik twaalf jaar was. En daar ging je dan veelal ook in door. Tegenwoordig heeft de jeugd juist veel te veel keuze. Nieuwe juryleden vind je bijna niet meer, jonge mensen zijn nergens meer voor te porren.”
Voor Regio Zuid valt de score nog alleszins mee, rekent Martin voor. “Hier in Brabant en Limburg hebben we in 2020 zeven of acht aspirant-scheidsrechters die aan hun opleiding beginnen, waarvan drie onder de dertig. Dus bij ons gaat het nog de goede kant uit. Je ziet beetje bij beetje dat jonge mensen de wedstrijden overnemen. Maar in Groningen of Noord-Holland leiden ze dit jaar elk maar één scheidsrechter op.” Jammer, zo vindt Martin. “Serieus, ik kan alleen maar reclame maken voor het werk als jurylid. Dus kom op mensen: word official.”