Nieuws
01 augustus 2024
Caspar Corbeau verrast met brons op de 200 meter schoolslag
Caspar Corbeau heeft op de 200 meter schoolslag na een moedig gezwommen een sensationele bronzen plak behaald. De 23-jarige zwemmer kwam in de La Defense Arena tot een tijd van 2.07,90, een PR. Het goud was weggelegd voor de grote favoriet Leon Marchand (2.05,85), die werkelijk alles kan. Hij zwom eerder op de avond ook naar goud op de 200 meter vlinderslag. Corbeau moest naast de Fransman ook de Australische titelverdediger Zac Stubbetly-Cook (2.06,79) voor laten gaan.
Corbeau was na de vierde plaats in de halve finale kanshebber. In de finale deed hij er alles aan om op het podium te komen. De tijd van 2.07,90 betekende een verbetering van zijn PR, dat sinds december 2023 op 2.07,99 stond. Voor vader Jim Corbeau was het brons van zoonlief een zeer aangename verrassing. Jim Corbeau probeerde in 1984 mee te doen aan de Olympische Spelen in Los Angeles, maar hij was in de ogen van de Nederlandse keuzedames en -heren niet goed genoeg.
Corbeau was in Parijs de enige zwemmer die zowel in de finale van de 100 als 200 school stond. Over twee banen schoolslag eindigde hij maandag als achtste. Die klassering was een zware dobber voor de in het Amerikaanse Santa Cruz opgegroeide schoolslagspecialist. In de series tikte hij aan in 59,04, een tijd die in de finale goed zou zijn geweest voor een zilveren medaille. In de finale moest Corbeau het doen zonder steun van Kamminga. Die meldde zich dinsdag noodgedwongen af voor de halve finale van de 200 school. In de aanloop na de series blesseerde de 28-jarige zwemmer uit Katwijk zich aan zijn rug, waarmee hij zichzelf mogelijk voor de rest van de Olympische Spelen buitenspel zette. Het is nog onduidelijk of Kamminga aan de start verschijnt van de 4 x 100 meter wisselslag, die zaterdag op het programma staat.
Corbeau is de derde Nederlander die de 200 meter schoolslag een olympische medaille in de wacht sleept. Wieger Mensonides greep tijdens de Spelen van 1960 in de eindsprint eveneens het brons. Kamminga verzekerde zich drie jaar geleden in Japan van het zilver.
Tes Schouten als derde naar finale
De derde pupil van Mark Faber, Tes Schouten, kwalificeerde zich na de Amerikaanse Kate Douglass en de Zuid-Afrikaanse Tatjana Smith-Schoenmakers (beide binnen de 2.20) als derde. Schouten moest vooral op de vierde baan plaats snelheid inleveren en tikte aan in 2.22,74.
Op de 100 meter vrije slag eindigde Marrit Steenbergen als zevende in 52,83. De wereldkampioene van Doha (eerder dit jaar) kon niet op snelheid komen. Olympisch kampioene werd Sarah Sjostrom in 52,16 en daarmee was de Zweedse wereldrecordhoudster (51,73) terecht superblij. Zij was Olympisch kampioene op de 100 vlinder in Rio 2016 en won al 20 keer WK-goud en 29 keer EK-goud. Bij het koningsnummer van de mannen, de 100 vrij, bevestigde de Chinees Pan Zhanle zijn winst met een onwaarschijnlijk snelle 46,40.
