Nieuws
15 december 2024
Sensationele zilveren WK-medaille Tessa Giele op 100 vlinder
Tessa Giele verraste zichzelf en de internationale zwemwereld met haar sensationele zilveren medaille in de finale 100 vlinder. Opnieuw bewees de pupil van Feijenoord Albiontrainster Arienne Naber, dat zij als het er op aan komt tot grootse daden in staat is.
Giele had in de series met 55,71 het Nederlands record van Inge Dekker uit 2009 uit de boeken gezwommen en liet in de halve finales met 55,80 de zevende tijd noteren. Vanuit de buitenbaan steeg ze na een schitterende race met een eindtijd van 54,66 ver boven zichzelf uit. Daarmee zwom ze vanzelfsprekend opnieuw een NR. Bovendien was het haar eerste individuele WK-medaille. In 2023 had ze bij het EK in Otopeni gedeeld goud behaald op de 50 vlinder, eveneens startend vanuit de buitenbaan. Voor de opvolgster van Nederlandse grootheden als Ada Kok (wereldrecordhoudster), Inge de Bruijn (Olympische kampioene 2000), Marleen Veldhuis en Inge Dekker (beide coryfeeën op de korte baan) was het prettig om gewend te zijn aan het zwemmen van enkele finales deze week. Giele noemde het oplopen naar de start vanuit de voorstart en het lawaai van het publiek. “Van de 50 vlinder wist ik dat het goed zou gaan en in een buitenbaan voel je minder druk dan bij het zwemmen in baan vier of vijf. Daar wordt meer van je verwacht. Het verschil met de halve finale was vooral me te concentreren op slaglengte en minder op kracht en snelheid. Nu verliep het helemaal naar wens en had ik genoeg over voor de laatste meters. Daarom ben ik heel blij met mijn 54.66”. In Europa is alleen Sarah Sjöström sneller geweest op de korte baan(54.61). De winnende tijd van Gretchen Walsh - 52,71 - was wederom goed voor een wereldrecord.
Wereldrecords
In de finale van de 4 x 100 wissel gemengd was de Nederlands ploeg met Maaike de Waard, Caspar Corbeau, Nyls Korstanje en Milou van Wijk niet bij machte om zichzelf te verbeteren na de derde plaats in de serie (3.35,40). Meer dan de achtste positie in 3.36,04 zat er niet in. Een team van neutrale atleten won goud, vlak voor de Verenigde Staten.
Walsh sleepte op de 50 vrij haar vijfde wereldtitel van deze week in de wacht. Ook op de 50 vrij zwom de 21-jarige korte baan specialiste een wereldrecord. Met 22,87 verbeterde ze het record van Ranomi Kromowidjojo (22,93). Op diezelfde afstand slaagden Maaike de Waard (24,22) en Milou van Wijk (24,08) er niet in om door te dringen tot de finale. Van Wijk kwam wel het water uit met een persoonlijk record.
Bij de mannen zette Jordan Crooks op de 50 vrij in de halve finale een wereldrecord op de klokken. Met 19,90 is de zwemmer van de Kaaimaneilanden de eerste man die onder de 20 seconden zwemt. In de series was hij met 20,08 al 0,08 seconde sneller dan Caeleb Dressel in 2020. Deze Amerikaan gold lange tijd als de man, die al eerste de grens van 20 seconden zou gaan doorbreken. Nyls Korstanje kwam met 20,63 tot de vierde tijd en tot een Nederlands record en kwalificeerde zich daarmee voor de finale. Eerder op de dag loste hij Thom de Boer (20,78 in 2022) al af als recordhouder met 20,72.
De Zwitser Noè Ponti sleepte zijn derde wereldtitel in de wacht op de 100 vlinder en vestigde ook een onwaarschijnlijk wereldrecord. Ponti was met 47,71 0,07 seconde sneller dan Caeleb Dressel vier jaar geleden in Boedapest. Eerder veroverde de 23-jarige zwemmer al goud op de 50 vlinder en de 100 wissel. Ponti geldt als een absolute kanjer op het gebied van keren en onderwaterfase.
De 18-jarige Canadese Summer McIntosh was in de finale van de 400 wissel een klasse apart. Met 4.15,48 was ze ruim drie seconden sneller dan het wereldrecord dat Mireia Belmonte in 2017 in Eindhoven zwom bij een Worldcupwedstrijd. Voor Summer McIntosh is het haar derde wereldtitel en haar derde wereldrecord in Boedapest. Het jaar van McIntosh kon sowieso al niet meer stuk, want afgelopen zomer won ze op de Spelen in Parijs al drie keer goud en één keer zilver.