Nieuws
26 januari 2023
Voormalig wereldrecordhoudster Lenie de Nijs overleden
In de jaren '50 van de vorige eeuw woonde een groot deel van de Nederlandse topzwemmers in of in de omgeving van Hilversum. De vereniging De Robben had destijds wereldfaam en er waren buitenlandse journalisten, die dachten dat er in één straat toch wel tien wereldrecordhoudsters woonden. Sterk overdreven natuurlijk, maar feit was wel dat trainer Jan Stender in die tijd veel van zijn pupillen met ‘harde hand’ naar topprestaties leidde. Hij stond bekend als ‘de beul van Hilversum’. Het begon met Nel van Vliet, olympisch goud 200 meter schoolslag in 1948 en wereldrecordhoudster op deze en andere schoolslagafstanden. Het rijtje namen, dat volgde, is indrukwekkend: Geertje Wielema, Mary Kok, Atie Voorbij én een van hen was ook de 15-jarige Lenie de Nijs, die uitblonk op de lange vrije slagafstanden en de rugslag. Jongstleden zondag 22 januari overleed zij in het Catalaanse Torroella.
Tussen 1956 en 1960 was Lenie de Nijs drie maal Nederlands kampioene op de 100 meter rugslag, twee maal tikte zij aan als tweede. Toch gingen de Olympische Spelen telkens aan de neus van de Hilversumse voorbij. In 1956 verstoorde de NOC-boycot van Melbourne hardhandig de illusie van de 16-jarige zwemster, die op dat moment tot de absolute wereldtop behoorde. Aanleiding daartoe was het met grof geweld neerslaan door de Russen van de Hongaarse opstand in Boedapest. Vier jaar later werd Lenie de Nijs het slachtoffer van het selectiesysteem. Kandidaten moesten aan limieten voldoen, (de rugslagnorm was 1.14.4), maar Nederland beschikte over vier dames die in 1960 binnen die tijd zwommen. En daar zat een addertje onder het gras. Bij elk van de vier selectiewedstrijden werd de gemaakte tijd vermenigvuldigd met een moeilijkheidsfactor, die steeds scherper werd. Na optelling en deling van de zo verkregen uitkomsten kwamen er prestatiecijfers uit de bus, die beslissend waren voor de uitzending naar Rome (twee deelnemers per land). Lenie de Nijs, die dat jaar laat in vorm kwam, werd slachtoffer van de formule.
Ondanks de tegenslagen was de loopbaan van de latere echtgenote van waterpolo-international en trainer Henry Vriend rijk aan successen.
In 1955 bijvoorbeeld vestigde zij binnen enkele weken drie wereldrecords op de respectieve 880 yards, 1500 meter en 1760 yards vrije slag en bij een landenwedstrijd tegen de Britten in mei 1957 in het zoute water van het Derby Bath in Blackpool volgde een wereldrecord op de 220 yards en 200 meter rugslag.
Daarnaast maakte zij als rugslagzwemster deel uit van het gouden kwartet dat bij de Europese kampioenschappen in Boedapest 1958 de 4 x 100 meter wisselslag estafette won in een nieuw wereldrecord. Op de persoonlijke 100 meter rugslag was zij de beste Nederlandse met haar vierde plaats.
Met de Robbenploeg maakte zij een tournee door Zuid-Afrika, waar zij een jaar later nog eens zes maanden verbleef. Later begeleidde zij zus Judith bij de vele lange afstandswedstrijden over de gehele wereld en bij de oversteek van Het Kanaal.
Lenie de Nijs won ook in Nederland vele wedstrijden in het open water. Samen met haar drie jaar jongere zus Judith domineerde ze bijna tien jaar lang dit metier en won zij in 1955 de Zwemkroniekbeker, inzet van races over 2 en 3 kilometer.
Zeeland had ook een warm plekje voor Lenie de Nijs, zeker omdat zij daar meezwom in de befaamde Scheldebekerwedstrijd van 1955. Met haar tweede plaats achter Arndt Käyser veroverde zij als snelste dame (1 uur 30 min. 27 sec.) de fraaie Scheldeschaal.
De laatste jaren van haar leven woonde zij samen met haar echtgenoot in het Catalaanse Torroella aan de Costa Brava. Vele vrienden en familieleden begeleidden Lenie de Nijs naar haar laatste rustplaats.